Spreektaal
spreektaal
is waar uw schrijftaal begint
Als ge tegen mensen spreekt, doet ge dat liefst op een manier die garandeert dat ze ook gaan luisteren. Een beetje empatisch vermogen kweken helpt. Maar zelfs als ge marketingpersona’s verzint, blijft ge vaak zitten met een hoop assumpties over hoe die fictieve personages nu echt denken, en vooral hoe ze spreken.
Niets zo goed om uw publiek te leren kennen als hun taal te leren kennen. En niets zo goed als hun eigen woorden samplen om hen mee te krijgen in uw parlé.
Uitvissen hoe uw publiek écht spreekt is in tijden van sociale media geeneens moeilijk. Vraagt ge u af of ‘rode huid’ iets is waar een huidcrèmekoper van wakker ligt, dan is een kwartier lang ploegen door een forum over puistjes genoeg om te weten dat ‘rosacea’ voor uw doelgroep een ingeburgerd begrip is.
Het patois van uw te bereiken cliënteel haalt ge op fora, sociale media en discussiegroepen. Ge kunt misschien zelfs aan emails of chatgesprekken geraken met eindklanten, of op zijn minst de pieren uit de neus van de klantendienst halen, die elke dag met hen aan de lijn hangt. Wat ge zoekt, is het jargon dat uw doelpubliek zelf hanteert, om er vervolgens uw copy mee te doorspekken. Ge weet zeker dat ge de juiste taal spreekt en ge blijft bovendien handig weg van marketingzwets.
WeTransfer weet bijvoorbeeld dat 75% van hun gebruikers zichzelf bestempelt als ‘creatieven’. Ze maakten een reeks wallpapers met titels als ‘7862_edits_Peterson_wedding_with_Neil_removed.jpeg’ om dat publiek ervan te overtuigen voor hun betalende WeTransfer Plus te kiezen. Slim, want iedereen die al eens foto’s voor klanten heeft moeten bijwerken, herkent dit soort bestandsnamen.
Nog een beter voorbeeld zijn de advertenties die ze maakten voor WePresent, een site waarop ze verhalen over makers van schone dingen presenteren.